Politiek voor dieren – stads en decadent?

Door Kirsten de Wrede

Politiek voor dieren – stads en decadent?

In de gezinsbode van 16 maart betoogt Herman Sandman dat de Partij van de Dieren onzin is. Lijden en dood zijn onvermijdelijk volgens Sandman en de Partij “van de Dieren” is een stadse uitvinding die alles via de overheid wil regelen. Een Partij van de Dieren is inderdaad onzin, een Partij voor de Dieren is dat allesbehalve. Lijden van mens en dier is vaak onvermijdelijk, maar het lijden dat dieren door toedoen van de mens wordt aangedaan is buitenproportioneel en onacceptabel. Er is niets natuurlijks aan het slachten van dagelijks miljoenen dieren die soms de peuterleeftijd nog niet ontgroeid zijn. Bovendien is er een direct verband tussen de positie van dieren en het voortbestaan van onze eigen soort dat alleen door de Partij voor de Dieren wordt gelegd. De vee-industrie in Nederland leidt tot veel ellende voor dieren, milieuvervuiling en gevaren voor de volksgezondheid en wereldwijd tot onnodige honger, een schrikbarende afname van het tropisch regenwoud, de mondiale biodiversiteit en de wereldzoetwatervoorraden.

Landbouw
Wat via de overheid momenteel prima wordt geregeld, is het voortbestaan van de vee-industrie. Met talloze subsidies slaagt de agrarische sector in Nederland erin het platteland in de wurggreep van de intensieve veehouderij te houden. Slachtoffer hiervan zijn in de eerste plaats de 500 miljoen dieren die jaarlijks worden geslacht na een kort en ellendig leven. Vleeskippen en -varkens zijn dan volgepompt met hormonen (om snel te groeien) en antibiotica om maar niet ziek te worden, want dat tienduizenden kippen en varkens in één stal onnatuurlijk is en tot een explosie van ziektekiemen leidt,  is duidelijk. De dieren moeten zich dan ook wel een beetje aanpassen: varkens hebben de keus tussen liggen of staan, maar kunnen niet lopen of zich omkeren. Bij kippen wordt de snavel eraf gehakt als ze nog een kuikentje zijn, omdat ze elkaar anders door pure frustratie doodpikken. Koeien zien steeds vaker hun hele leven het daglicht niet meer. Dat is goedkoper, want het is nogal wat werk om duizend koeien de wei in te leiden.

Dieren in het wild
Genoeg over de landbouw. Laten we eens naar de dieren in het wild kijken. Dat er met de bevolkingstoename steeds minder ruimte voor dieren is overgebleven, is duidelijk. In 1900 waren er zo’n 5 miljoen mensen in Nederland, het zijn nu bijna 17 miljoen. Het Nederlandse grondgebied bestaat voor 70% uit landbouwgrond en voor 13% uit natuur. Die natuurgebieden worden ook nog eens doorkruist door steeds meer wegen en snelwegen, die jaarlijks talloze slachtoffers maken. Onder reeën bijvoorbeeld. Om daar wat aan te doen heeft Nederland een mooie oplossing: reeën vantevoren doodschieten, kunnen ze ook niet meer onder de auto komen. Wildbeheer heet dat.

Natuur in Nederland wordt geteisterd door droogte, omdat omwille van de landbouw het waterpeil overal laag moet. Het Planbureau voor de Leefomgeving zegt hierover: “Verzuring, vermesting, versnippering, verdroging en klimaatverandering bedreigen de levensgemeenschappen van planten en dieren.” Hierdoor groeit en bloeit er veel minder, zijn er minder insecten en kunnen kleine kuikens niet opgroeien. Maar dat kieviten en grutto’s steeds minder voorkomen in Nederland is zogenaamd de schuld van roofvogels en vossen. Hé, daar kunnen we wat aan doen! Lekker afknallen die beesten. Dat het de schuld van predatoren zou zijn dat er steeds minder eieren uitgroeien tot vogeltjes, is niet waar, zo heeft Schekkerman duidelijk aangetoond. Vroegere maaidata en lage waterstand zijn daar meer debet aan. Overigens kun je het die vos niet kwalijk nemen dat ie eens een jong vogeltje snaait: konijnen en hazen worden op het platteland steeds schaarser. Dat komt door de eentonige beplanting die landbouw met zich meebrengt. Daarnaast is het zo dat dieren die erin slagen te overleven, vaak worden doodgeschoten, omdat ze de worteltjes van de boer opeten. Het doodschieten en aanschieten van dieren is al verschrikkelijk, maar het binnentrekken van ploegen jagers in natuurgebieden, die vaak schreeuwend en met een slok op achter de beesten aanzitten, gecombineerd met het geschiet, leiden tot een enorme onrust in de weinige leefgebieden die de dieren hier nog hebben. De Partij voor de Dieren wil een einde aan alle jacht in Nederland.

Wat zijn de cijfers over natuur in Nederland? Nederland heeft nog maar 15% van haar oorspronkelijke aantal soorten en dieren. De afname van de biodiversiteit is hiermee nog groter dan in de rest van Europa.

Veel dieren worden in het kader van wildbeheer doodgeschoten, omdat ze schade aan gewassen zouden veroorzaken. Ganzen bijvoorbeeld. Het gevolg hiervan is dat één op de drie ganzen ooit is aangeschoten en dus met kogels in zijn lijf rondvliegt. En dat terwijl er prima alternatieven zijn, die niet veel kosten, schade voorkomen en diervriendelijk zijn.

Behalve de verschrikkelijke gevolgen voor de dieren, leiden vissen en jagen ook tot milieuvervuiling. Het lood in kogels en aan hengels vervuilt de bodem en het aas waarmee vissen worden gelokt, leidt tot eutrofiëring van het water, waardoor bepaalde gewassen de overhand krijgen en de soortenrijkdom aan plantenleven in het water afneemt. Dit heeft weer allerlei gevolgen voor plaatselijke ecosystemen.

Huisdieren
Dan hebben we het nog niet over de huisdieren gehad. Honderdduizenden dieren die jaarlijks worden aangeschaft en weer weggedaan, belanden in opvanghuizen en asiels. Beide worden meestal gedraaid door vrijwilligers en zijn financieel afhankelijk van giften en afspraken met gemeentes. Wettelijk is hierover weinig geregeld. Gemeentes hebben een plicht om gedomesticeerde dieren twee weken op te vangen, maar daar vallen knaagdieren bijvoorbeeld buiten. Als het dier geen hond of kat is, kan het niet in een asiel terecht. Vlak buiten Groningen zit een particuliere dierenopvang, ’t Hemelrijk. Per jaar worden daar duizenden dieren opgevangen. De opvang ontvangt hiervoor van de gemeente jaarlijks een paar duizend euro, net genoeg om de tent draaiende te houden, maar te weinig om het dak te kunnen repareren.

Mensen
Maar ook mensen zijn het slachtoffer van het beleid dat dieren als dingen beschouwt. Bepaalde bacterieën reageren niet meer op antibiotica. De resistentie tegen antibiotica bij pluimvee is een gevolg van het overmatig gebruik van antibiotica in de sector. Al die antibiotica die in de bio-industrie preventief wordt gebruikt, heeft ook gevolgen voor de volksgezondheid, want de burger krijgt het via zijn bord ook allemaal binnen. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) is uiterst bezorgd. Het instituut doet hier momenteel onderzoek naar en heeft een brandbrief naar alle bewindslieden van de ministeries van Volksgezondheid en Landbouw verzonden.

Q-koorts een hype? Er zijn al 11 mensen aan overleden. Ongeveer vijf % van de mensen die ziek wordt, krijgt chronische Q-koorts, een ziekte die kan leiden tot aantasting van de hartkleppen en tot ernstige vermoeidheid. Dan zwijgen we nog over de naar schatting op dit moment 50.000 drachtige geiten en schapen die in alle stilte met een injectienaald voortijdig zijn dood gespoten. Het RIVM is bang dat het aantal besmettingen dit jaar nog meer stijgt.

Wereld
Alleen de Partij voor de Dieren maakt de terechte koppeling tussen de manier waarop wij met dieren omgaan en de verwoesting van onze leefomgeving. Behalve dat de overmatige consumptie van met name vlees wereldwijd leidt tot uitputting van onze hulpbronnen, zoals mineralen en onze zoetwatervoorraad, leidt deze ook tot schrijnende toestanden in ontwikkelingslanden. Jaarlijks wordt in Zuid-Amerika een stuk tropisch regenwoud gekapt dat groter is dan Utrecht, Noord- en Zuid-Holland bij elkaar. Tachtig procent daarvan wordt vervolgens bebouwd voor veevoeder plantages. Hierbij verdwijnen waardevolle leefgebieden voor mens en dier. Ook in andere landen worden inheemse voedselgronden en natuurgebieden opgegeten door de vlees-industrie. De helft van de mondiale graanoogst verdwijnt ieder jaar in de maag van landbouwdieren. Omdat er voor een kilo vlees ongeveer zeven kilo graan nodig is, is vleesconsumptie heel inefficiënt. De Partij voor de Dieren heeft dan ook een duidelijke visie over de honger in de wereld: de westerse wereld zou een stuk minder vlees kunnen eten, dan blijft er voldoende voedsel over om iedereen te voeden.

Iedere dag vlees eten is decadent. De Partij voor de Dieren is dat niet. De Partij voor de Dieren staat voor een betere wereld, voor een beter leven van dieren en mensen waarbij respect voor dieren, natuur en milieu voorop staan. Daar vaart ook de mens wel bij.

Kirsten de Wrede is fractiemedewerker voor de Partij voor de Dieren Groningen

Advertentie