Wij, de boerenpartij!

Afgelopen commissievergadering Beheer en Verkeer stond o.a. in het teken van de schriftelijke vragen die wij hebben gesteld (link naar website) n.a.v. de mogelijke komst van een megastal naar de stad Groningen.

Ja, je leest het goed. Een megastal. In onze stad.

De antwoorden van het college riepen nieuwe vragen op. Aanleiding voor mij om deze antwoorden met de bespreekpunten te agenderen in de commissie. Hoe denken de andere partijen over een megastal in onze stad?

Tot mijn stomme verbazing vonden de meeste partijen de antwoorden van het college prima en hadden ze er niet veel over te zeggen. Hoe is het mogelijk dat deze progressieve stad de komst van een veefabriek accepteert? Misschien betekent progressief tegenwoordig dat dieren gestapeld mogen worden, dat alleen de economie telt en dat je de overvloed aan andere belangen gerust links kunt laten liggen.

Een argument dat die avond te horen was, rechtstreeks overgenomen uit de sector, was dat het op grote schaal houden van dieren goed is voor het dierenwelzijn.

Een groter flauwekul-argument is nauwelijks denkbaar.

De waarheid is: koeien zijn – net als bijvoorbeeld varkens – intelligente wezens.

Van nature leven ze in overzichtelijke, hiërarchische groepen; van grotere groepen raken ze in de stress.

Van nature hebben koeien een ruim leefgebied nodig: ze scharrelen hun eten bij elkaar en kiezen daarbij zorgvuldig het voedsel dat goed voor ze is. Dat is nooit soja, al helemaal geen soja uit voormalige regenwoudgebieden.

Van nature worden koeien 20 á 25 jaar, in de vee-industrie hooguit vier. Dan zijn ze op, letterlijk en figuurlijk leeggemolken.

megastal_met_kippen

Er kleeft zo veel akeligs aan de vee-industrie dat je een hoop rekbare fantasie nodig hebt om in dit verband van ‘welzijn’ te durven spreken. Om melk te kunnen geven bijvoorbeeld, moeten koeien elk jaar een kalfje krijgen. Anders stopt hun melkproductie. Dat kalfje wordt onmiddellijk bij zijn moeder weggehaald, wat hartverscheurend is voor beiden. Maar ja, het móét, anders drinkt dat beest onze melk op.

Ónze melk?

De kalverenindustrie is een bijproduct van de zuivelindustrie. Wat moet men met al die stiertjes die worden geboren? Vetmesten maar, dan valt er nog geld uit te slepen. En na een paar maanden miserabel leven op een vierkante meter, zónder moeder, mag het kalfje de vrachtwagen in en naar het slachthuis.

Hebt u nog zin in een kroket? Ik niet, al lang niet meer.

 

Het megastal-systeem is niet houdbaar. Wat mij betreft geven ethische motieven al ruim genoeg reden om het onmiddellijk af te schaffen, maar er is meer, veel meer. Ik zal een paar overwegingen noemen:

– Gezondheid van mensen: fijnstof in de lucht, veroorzaakt door megastallen, levert steeds meer luchtwegproblemen op. Daarnaast is het antibiotica-gebruik in de vee-industrie is zo groot dat er steeds meer resistente bacteriën komen. Dat zijn ziekteverwekkende bacteriën die een lange neus trekken naar antibiotica. En dat terwijl ontstekingen doodsoorzaak nummer één waren voor de mens, vóór de uitvinding van penicilline.

– Gezondheid van dieren: ze besmetten elkaar doordat ze op een kluitje zitten. U hebt de beelden van de ‘ruimingen’ (alsof het huishoudafval betreft) vast en zeker nog op het netvlies staan. Het zijn beelden die niemand onberoerd laten.

– Het milieu: de gevolgen van onze vlees- en zuivelconsumptie zijn enorm; je kunt spreken van een milieuramp die zich langzaam voltrekt. We roven de aarde rüchsichtlos leeg om aan onze ‘lekkere trek’ te kunnen voldoen (alle andere redenen om vlees te eten zijjn inmiddels achterhaald).

Het is berekend dat we drie á vier aardbollen nodig hebben, wanneer iedereen zo veel vlees en zuivel gaat eten als wij in het Westen doen. Begin maar vast met zoeken.

veetransport-

We zullen moeten omschakelen naar kleinschalige, biologische landbouw. ‘Dat kan niet!’ zult u misschien roepen. ‘Er moeten zó veel mensen gevoed.’

Ja, daarom juist. We kunnen ons niet permitteren om op deze manier door te gaan met het vernietigen van het milieu, met het uitbuiten van dieren, met het structureel voorop stellen van economische belangen.

En trouwens, die economie redt zich heus wel. Bij de discussie rondom slavernij riepen de voorstanders: het kán niet anders, de economie stort in als slavernij wordt afgeschaft, onze welvaart is erop gebaseerd! Toen er eindelijk discussie kwam kwam over kinderarbeid, riepen de voorstanders: het kan niet anders, onze economie stort in als kinderen niet meer werken! Nu roepen de voorstanders van de vee-industrie: het kán niet anders, de economie stort in als we niet op deze wijze produceren!

Ach, welnee.

En zelfs al zóú de economie instorten, ik wil niet dat mijn welvaart is gebaseerd op een systeem van uitbuiting en leed.

Elke megastal kost drie kleine bedrijven, vaak familiebedrijven, de kop. En vanwaar toch toch die uitbreidingsdrift? Ik las onlangs dat uit onderzoek is gebleken is dat biologische, kleinschalige boeren gelukkiger zijn dan boeren die ‘mega’ produceren. Wat mij betreft was er geen onderzoek nodig voor die conclusie, elk gezond boerenverstand weet dat. Natúúrlijk willen boeren liever contact met hun dieren, ze individueel kennen, ze niet als gebruiksvoorwerpen hoeven behandelen. Berta 38 is erg genoeg. Bij Berta 874 zul je als boer helemáál geen ruimte hebben voor het ontwikkelen van enig (mede)gevoel. En dat is erg, ook voor de boer.

Van nature is de mens namelijk een voelend wezen, dat contact wil met andere wezens, en dat graag vanuit medegevoel handelt en leeft.

Van onze huisdieren weten we dat het individuen zijn, want die kennen we. Van onze landbouwdieren willen we het liever niet weten. En toch is het zo. Elke koe, elk varken, elke kip is een individu, net als u en ik, net als onze koning die geen Willem 4 wil zijn.

Megastal nee

Het systeem moet op de schop. We zullen onze naam niet meteen veranderen in Partij voor de Boeren, maar feit is dat we dat wel zijn. De Partij voor de Dieren is de enige partij die de wérkelijke belangen en rechten van boeren verdedigt. Daarbij gaat het ons uiteraard niet om het recht op ongebreidelde groei, maar om het recht om op respectvolle wijze gewassen te kunnen verbouwen; het recht om dieren een fatsoenlijk, dierwaardig leven te kunnen bieden; het recht om een eerlijke prijs voor eerlijke producten te krijgen; het recht om in vrijheid te kunnen werken en leven, zonder wurggreep van supermarkt en Rabobank. Voor veel boeren is het een verrassend inzicht, maar het is eigenlijk heel logisch: hun belangen zijn beste af bij de Partij voor de Dieren.

 

Stop de megastallengekte! Om te beginnen in Groningen.

 

Advertentie